WGA-uitkering

WGA-uitkering

Een werknemer, die deels arbeidsongeschikt (loonverlies tussen 35% en 80%) wordt verklaard, heeft recht op een WGA-uitkering. Ook werknemers die nú volledig arbeidsongeschikt zijn, maar waarbij in de toekomst mogelijkheden tot herstel zijn, komen voor een WGA-uitkering in aanmerking.

De WGA-uitkering is gesplitst in drie varianten:

  1. De loongerelateerde uitkering
  2. De loonaanvullingsuitkering
  3. De vervolguitkering

Loongerelateerde uitkering

Allereerst komt uw werknemer in aanmerking voor een loongerelateerde uitkering als wordt voldaan aan twee voorwaarden: uw werknemer is 35% of meer arbeidsongeschikt en heeft in de 36 weken voor de eerste ziektedag minstens 26 werken gewerkt.

De duur van de uitkering is minimaal drie maanden. De maximale duur hangt af van het arbeidsverleden van uw werknemer, maar is maximaal 24 maanden (38 maanden bij uitkering met ingangsdatum vóór 1 januari 2019).

Loonaanvullingsuitkering

Na de loongerelateerde uitkering bekijkt het UWV hoeveel de zieke werknemer nu verdient. Indien de werknemer minstens de helft verdient van wat de arbeidsdeskundige heeft vastgesteld, ontvangt de werknemer een loonaanvullingsuitkering. De hoogte van deze uitkering bedraagt 70% van het WIA-maandloon, minus het door de arbeidsdeskundige vastgestelde bedrag.

Vervolguitkering

Zodra de zieke werknemer minder dan de helft verdient van wat de arbeidsdeskundige heeft vastgesteld, ontvangt de werknemer een vervolguitkering. De hoogte van deze uitkering is een percentage (afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidspercentage) van het minimumloon. Het totale inkomen van uw medewerker daalt hier sterk.

Als werkgever kunt u dit inkomensverlies van de werknemer verzekeren. Dit is een aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarde.

Advies aanvullende verzekering WIA en WGA